Kwaad Bloed

“in 1876 verblijft de 22-jarige Franse dichter Arthur Rimbaud enkele weken in Harderwijk als fuselier van het Nederlands Koloniaal Werfdepot, de voorloper van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Een periode die de vier auteurs van `Kwaad bloed` omschrijven als een `Scharnierpunt in zijn uitermate turbulente en kortstondige leven`. Rimbaud kijkt in Kwaad Bloed terug op zijn hectische Parijse tijd, zijn openlijke en stormachtige homoseksuele haat/liefdeverhouding met dichter Paul Verlaine en hij overdenkt verbitterd zijn vroeger zo verheven literaire aspiraties waarbij het hem voor alles ging om `het onbekend te bereiken de ontregeling van alle zinnen.”

Geschreven in het kader van het tienjarig bestaan van de literaire culturele kring  Apollo Harderwijk.

“Mijn droevig hart kwijlt op de boeg.
Mijn hart bevangen door nicotine:
Zij bespuiten mij met soep,
Mijn droevig hart kwijlt op de boeg:
Onder de spotternij van de troep
Die voluit lacht zonder discipline
Mijn droevig hart kwijlt op de boeg,
Mijn hart bevangen door nicotine! ”

 Tekst en idee: Joz Brummans, Martin Dirksen, Johan Hijnberg en Jos Kunne

regie: Doris Goosen
Spelers: Frank Linssen, Janny Huttinga, Beate Onderdelinden, Cas Hofstee, Frank Mulder.
Decor: Marten Foppen
Flyer: Ton Pors

Gespeeld in: 1995